Eliminatiedatabank

Het doel van de in november 2002 in gebruik genomen eliminatiedatabank is het detecteren van (uiteraard onbedoelde) contaminatie van het sporen- of DNA-materiaal door mensen die er mee in contact kunnen komen. Hiertoe wordt elk DNA-profiel dat in één van de DNA-databanken (voor strafzaken, Koninkrijksdelen of vermiste personen) wordt opgenomen eerst vergeleken met de profielen in de eliminatiedatabank.

Samenstelling

Een eliminatiedatabank is een verzameling DNA-profielen van personen die betrokken zijn bij de vervaardiging van DNA-profielen of daar direct of indirect mee in contact kunnen komen. Voorbeelden zijn politiemensen die sporen veiligstellen op de plaats delict en laboratoriumpersoneel dat betrokken is bij het zoeken naar sporen en de vervaardiging van DNA‑profielen. Ook personen die in het kader van hun werkzaamheden in ruimtes komen waarin met sporenmateriaal en DNA wordt gewerkt, zoals schoonmaak- en onderhoudspersoneel, worden in de eliminatiedatabank opgenomen.

De Nederlandse DNA-databank beheert meerdere eliminatiedatabanken, waaronder die van het NFI en de politie. Particuliere laboratoria kunnen een eigen eliminatiedatabank beheren. Als zij DNA‑profielen aan de DNA-databank aanleveren, hebben zij deze eerst met hun eigen eliminatiedatabank vergeleken alvorens ze aan de DNA‑databank aan te bieden. Anders dan bij de andere DNA-databanken die de Nederlandse DNA-databank beheert worden de persoonsgegevens van de profielen in de eliminatiedatabank opgeslagen bij de organisatie waar de personen werkzaam zijn.

Op dit moment is er nog geen wetgeving die voorschrijft wie in de eliminatiedatabank kan worden opgenomen. Wel zijn met verschillende beroepsgroepen afspraken gemaakt waarin de regels over opname van DNA-profielen in, gebruik van en verwijdering uit de eliminatiedatabank geregeld is. Opname in de eliminatiedatabank is vrijwillig.

Vergelijken

Elk DNA-profiel van een spoor wordt eenmalig vergeleken met de DNA‑profielen uit een eliminatiedatabank. Als er een match plaatsvindt, wordt dit gemeld aan de deskundige die het DNA-profiel uit een zaak heeft laten vergelijken. Het DNA-profiel uit de zaak kan na een match (deels) niet worden opgenomen in de DNA-databank waarvoor deze bedoeld was. De deskundige rapporteert het als er een match is met de eliminatiedatabank. Hierbij wordt alleen aangegeven dat er een match is, niet met welke eliminatiedatabank of met welke persoon.

Als de match heeft plaatsgevonden met een DNA-profiel van een persoon die betrokken is bij het laboratorium wordt intern melding gemaakt en volgens de interne procedure afgehandeld en onderzocht. Matches met de eliminatiedatabank van de politie worden halfjaarlijks teruggekoppeld aan de contactpersoon bij de politie.

De DNA-profielen uit de eliminatiedatabank worden niet betrokken bij ander onderzoek, zoals verwantschapsonderzoek.

Bewaren en verwijderen

Opname in de eliminatiedatabank is vrijwillig. DNA-profielen kunnen op verzoek worden verwijderd. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met beroepsgroepen hoe lang DNA-profielen bewaard blijven in de eliminatiedatabank, bijvoorbeeld nadat een persoon uit dienst gaat.