Internationale zaken

Rozenmeisje

In 1996 wordt in Grubbenvorst (Limburg) het lichaam van een jonge vrouw gevonden, zij is vermoord. Er zijn geen zichtbare sporen die naar haar identiteit of die van de dader kunnen leiden. In 2010 wordt aanvullend onderzoek uitgevoerd. Uit bemonsteringen van het nagelvuil, de riem en slip van het slachtoffer worden DNA-profielen verkregen van één onbekende man. Dit DNA-profiel wordt opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken. De volgende dag komt vanuit de Duitse DNA-databank een match terug tussen dit DNA-profiel en het DNA-profiel van een Duitse man. Tijdens zijn verhoor dat volgt, geeft deze man aan de vrouw te kennen en hij wijst vervolgens naar een vriend van hem. Deze vriend bekent de vrouw met een hamer te hebben doodgeslagen. De volgende dag wordt hij dood in zijn cel aangetroffen, een vervolging en veroordeling komen er daarom niet. De jonge vrouw kwam volgens de Duitse man uit Polen, maar haar naam weet hij niet. Om haar identiteit te achterhalen wordt er in een Poolse televisie-uitzending aandacht aan haar besteed. Een vrouw meldt zich naar aanleiding van deze uitzending als mogelijke moeder, DNA-onderzoek bevestigt dit en nu is ook bekend wie deze jonge vrouw is.

Apeldoornse zedenzaak

In 1996 wordt een vrouw verkracht terwijl ze ‘s nachts in Apeldoorn van de kroeg naar huis loopt. Diezelfde nacht nog zijn sporen van haar lichaam veiliggesteld. Op haar lichaam en spijkerbroek zijn spermasporen aangetroffen. Er worden nog niet direct DNA-profielen van deze sporen gemaakt, dat gebeurde in die tijd in een kleiner aantal zaken dan nu het geval is. In april 1999 is het DNA-profiel van de spermasporen wel bepaald. Vervolgens is in 2003 aanvullend DNA-onderzoek uitgevoerd op deze spermasporen. Daarbij is van een spermaspoor op de broek een uitgebreider profiel verkregen. Dit DNA-profiel kan opgenomen worden in de DNA-databank. Bij een vergelijking met de Franse DNA-databank in 2015 wordt een match gevonden tussen het profiel van het spermaspoor en het DNA-profiel van een man. Deze man wordt mede op basis van deze DNA-match veroordeeld voor de verkrachting (ECLI:NL:RBGEL:2016:5353).

Poolse seriemoordenaar

In 2015 wordt een Oostenrijks echtpaar vermoord in Wenen. Van sporen op de plaats delict zijn DNA-profielen bepaald, deze kunnen afkomstig zijn van dezelfde onbekende persoon. Dit DNA-profiel wordt opgenomen in de Oostenrijkse DNA-databank. Bij de internationale uitwisseling matcht dit DNA-profiel met een DNA-profiel van een man in de Nederlandse DNA-databank. Het DNA-profiel in de Nederlandse DNA-databank is afkomstig van een Poolse man en is opgenomen in de databank wegens een veroordeling voor zware mishandeling. Deze Poolse man wordt vervolgens in Duitsland aangehouden en uitgeleverd aan Oostenrijk. Tijdens zijn verhoor bekent hij, naast de moord op het Oostenrijkse echtpaar, ook een moord in Zweden te hebben gepleegd en een poging tot moord in 2012 in Oostenrijk. Daarnaast bekent hij andere ernstige misdrijven te hebben gepleegd in andere Europese landen zoals Duitsland, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

Vondeling Roermond

In 2013 wordt een jongetje van enkele dagen oud aangetroffen in een plantsoen in Roermond. Hij is gewikkeld in een handdoek. Op deze handdoek wordt een DNA-profiel verkregen van een vrouw. Er wordt aan de hand van DNA-onderzoek vastgesteld dat dit DNA-profiel van de moeder van het kind moet zijn. Dit DNA-profiel wordt opgenomen in de DNA-databank. Het DNA-profiel van dit spoor geeft een match met het DNA-profiel van een spoor in de Duitse databank. Dat spoor blijkt afkomstig te zijn van een onbekende moeder van een meisje dat in 2011 op een parkeerplaats in Hürth is aangetroffen. Ook zij is in een handdoek gewikkeld en het spoor is op die handdoek aangetroffen. Eind 2013 meldt een Duitse vrouw zich die aangeeft de moeder van beide kinderen te zijn. Door middel van DNA-onderzoek kan dit bevestigd worden.

Alle bovenstaande zaken worden ook beschreven in het boek DNA zoekmachine van Lex Meulenbroek (2021).

Overval Haagse juwelier

In 2012 vindt er een overval plaats bij een Haagse juwelier waarbij sieraden ter waarde van 60.000 euro zijn buitgemaakt. De daders vluchten vervolgens met het openbaar vervoer. Na de overval werden DNA-sporen gevonden van de twee personen die binnen waren geweest. Deze DNA-profielen konden worden opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken. De DNA-profielen leveren vervolgens matches op met personen in de Litouwse DNA-databank. De verdachten van de overval worden twee jaar na de overval in het Verenigd Koninkrijk en Litouwen opgepakt. In eerste aanleg is één persoon veroordeeld tot twee en een half jaar cel, de andere persoon is vrijgesproken.

Vermissing

In 2001 raakt een vrouw uit Nederasselt vermist. Van persoonlijke spullen wordt een DNA-profiel van haar verkregen en dat wordt opgenomen in de DNA-databank voor vermiste personen. Een vermoeden van een misdrijf wordt op dat moment niet uitgesloten en daarom wordt het profiel ook opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken en internationaal vergeleken. Dit levert geen resultaat op. Totdat in 2018 de Cel Vermiste Personen van de politie in België nieuwe DNA-monsters afneemt in cold cases. Anonieme graven worden geopend om celmateriaal van de onbekende overleden persoon af te nemen. Dit wordt ook gedaan van een vrouw die in 2001 in de buurt van Namen door een aanrijding met een trein om het leven is gekomen en niet geïdentificeerd kon worden. Het verkregen DNA-profiel wordt uitgewisseld met Nederland en levert een match op met het DNA-profiel van de vermiste vrouw uit Nederasselt

Verkrachting

In 1998 reisde een vrouw met de trein (vanuit de richting Utrecht). Omdat ze in slaap gevallen was miste zij het station waar ze uit moest stappen. Ze stapte vervolgens in Arnhem uit en er was geen gelegenheid meer om terug te reizen. Een medepassagier bood aan om een in de buurt wonend familielid te bellen om hen op te halen. Vervolgens heeft hij de vrouw verkracht. De vrouw liep hierbij ernstige verwondingen op. Destijds is er onderzoek gedaan naar deze verkrachting. Er kon destijds geen verdachte worden aangehouden. Na de verkrachting werd sperma aangetroffen bij de vrouw. Het DNA-profiel hiervan werd in de DNA-databank opgeslagen. Dit leverde geen match op in de Nederlandse DNA-databank. In 2010 leverde dit echter wel een match op met DNA in de Franse DNA-databank. Hierdoor kwam de politie op het spoor van een man uit Bosnië. De man is aangehouden in Kroatië en op 29 december overgedragen aan de politie in Arnhem. De man is voor deze verkrachting veroordeeld: ECLI:NL:RBARN:2012:BW3262.