Samenstelling en toegang

Samenstelling

In de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken worden DNA-profielen opgenomen van:

  • op een plaats delict aangetroffen of delict gerelateerde sporen (in het besluit worden dit onbekende verdachten genoemd)
  • verdachten
  • veroordeelden (zie voor meer informatie DNA-V)
  • ex-gedetineerden (op vrijwillige basis)
  • overleden slachtoffers
  • vermiste personen (bij een vermoeden van een misdrijf)
  • ongeïdentificeerde personen (bij een vermoeden van een misdrijf)

In het overzicht op de website is te vinden hoeveel DNA-profielen van sporen en personen zijn opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken.

Van alle DNA-profielen die worden bepaald bij laboratoria wordt maar een deel opgenomen in de DNA-databank. DNA-profielen van niet‑verdachten (onder andere levende slachtoffers en getuigen) en DNA‑profielen van hen die vrijwillig meedoen aan een DNA‑bevolkingsonderzoek worden niet opgenomen in de DNA-databank. Deze DNA-profielen worden enkel vergeleken met de DNA-profielen in de zaak waarvoor ze zijn afgenomen.

Een DNA-profiel moet daarnaast aan eisen voldoen om opgenomen te kunnen worden in de DNA-databank voor strafzaken. In de DNA-databank voor strafzaken kunnen de volgende profielen worden opgenomen:

  • Enkelvoudige DNA-profielen met een bewijskracht die groter is dan één miljard
  • Mengprofielen van sporen van niet meer dan 2 personen

Profielen die niet aan bovenstaande criteria voldoen kunnen niet worden opgenomen in de DNA-databank maar in sommige gevallen wel eenmalig worden vergeleken met de DNA-profielen uit de DNA-databank.

In de DNA-databank voor strafzaken kunnen zowel autosomale, Y‑chromosomale en mitochondriale DNA-profielen worden opgenomen. Voor meer informatie over de soorten DNA-profielen, zie het boek ' De essenties van forensisch biologisch onderzoek'.

Toegang tot de DNA-databank

Uit het besluit DNA-onderzoek in strafzaken komt naar voren dat niet iedereen toegang heeft tot de gegevens in de DNA-databank. Medewerkers van de Nederlandse DNA-databank en de gemandateerd beheerder van de DNA‑databank hebben toegang tot de DNA-databank, anderen niet.

Gegevens uit de DNA-databank en het registratiesysteem (met persoonsgegevens) mogen gedeeld worden met een beperkt aantal groepen en alleen indien ze deze informatie nodig hebben. Per groep is in het besluit vastgesteld wanneer zij welke informatie mogen ontvangen. Deze groepen bestaan uit:

  • De DNA-deskundige die het onderzoek aan een DNA-profiel heeft verricht
  • Leden van de Rechtelijke Macht
  • De politie en de koninklijke marechaussee
  • Justitiële Informatiedienst
  • De minister van justitie en veiligheid

Hieruit volgt dat anderen geen gegevens uit de DNA-databank mogen opvragen en ook geen toegang hebben tot de DNA-databank zelf. Hierdoor blijft de privacy van de gegevens gewaarborgd.